Lang geleden las ik De Maagd Marino (2010) van Yves Petry en was erg te spreken over hoe meeslepend de auteur kon vertellen over mensen die zo ver van je af staan qua denkbeelden en fascinaties. Sindsdien ben ik de schrijver uit het oog verloren, maar zijn nieuwste, Overal Zit Mens. Een Moordfantasie (2022) staat op de shortlist voor de Libris Literatuur Prijs 2023. Tijd dus om deze eens op te pakken, en alweer ben ik zeer te spreken over wat Petry hier neer weet te zetten.
Kasper is beheerder van een bos en is zich constant bewust van het feit dat de mens overal aanwezig is, ook in iedere molecuul van het bos waar hij werkt. De toekomst ziet er niet al te rooskleurig uit, als de mens zich maar blijft opdringen aan iedere vierkante millimeter van deze aarde. Hij heeft besloten om een daad te stellen. Hij zal publieksfiguur Max de Man – iemand die al het slechte van de mensheid vertegenwoordigt volgens Kasper – vermoorden en zo ervoor zorgen dat er een heel klein beetje minder mens is.
Grootse ideeën
Gewapend met allerhande citaten van filosofen en zijn wetenschappelijke kennis schrijft hij zich steeds dichter naar de moord toe. Hij probeert een rationeel raamwerk op te zetten waarbij de enige mogelijke en juiste conclusie is dat hij Max de Man inderdaad moet vermoorden. Kasper visualiseert keer op keer het moment dat hij oog in oog met Max de Man staat en wat hij zal zeggen, want Max moet wel doorhebben dat er grootse ideeën achter Kaspers daad schuilgaan.
Wederom lukt het Petry om in het hoofd te kruipen van een man die er afwijkende denkbeelden op na houdt. De haat die Kasper voelt voor de mensheid in het algemeen en Max de Man in het bijzonder spat van iedere zin af. De manier waarop hij tekeergaat deed me denken aan Jeroen Brouwers Cliënt E. Busken (2020) en Thomas Bernhards Houthakken (1984). Er zit een bepaald ritme in de zinnen (waar er sowieso een aantal prachtexemplaren van te vinden zijn in deze roman) die het voor de lezer heel makkelijk maakt om mee te gaan in de neerwaartse spiraal van Kasper.
Hersenspinsels
Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof Petry een personage opvoert dat heel ver afstaat van de gemiddelde mens. En inderdaad, het gaat duidelijk niet goed met Kasper en hij heeft hulp nodig, maar ik betrapte mezelf erop dat ik bij bepaalde hersenspinsels een heel eind mee kon gaan; dat ik Kaspers behoefte aan autonomie en hoe hij dat verwoordt wel begrijp en dat ik Kaspers haat voor mensen die met alle winden meewaaien en alles aangrijpen om er zelf beter van te worden ook wel snapte.
Uiteindelijk gaat Overal Zit Mens dan ook vooral over iets waar we allemaal op een bepaalde manier (bewust of onbewust) mee worstelen, zeker in deze tijd, namelijk: hoe kunnen we in een wereld waarin we constant in verbinding staan met anderen onze autonomie behouden? Of anders geformuleerd: hoe weet ik eigenlijk nog wat ik zelf van de dingen vind en hoe ik ze ervaar, als overal waar ik ben de ruis hoorbaar is die veroorzaakt wordt door ‘de anderen’? (En andersom is de vraag eigenlijk net zo zinnig: hoe kan ik me als autonoom en uniek wezen nog steeds verbonden voelen met de mensen om me heen?)
Kanshebber
De roman werpt daarmee een interessante vraag op die door sociale media, smartphones en actualiteitenprogramma’s – waar iedereen opgevoerd kan worden als expert – relevanter dan ooit is. We worden constant om de oren gesmeten met 1001 meningen over 1001 onderwerpen en we staan nauwelijks nog stil bij wat wij eigenlijk écht zelf vinden (in plaats van anderen na te praten) en waarom we dat vinden.
Alles komt bij elkaar in deze roman: het is goed geschreven in een heerlijk ritme, het hoofdpersonage is heel erg fascinerend en ondanks dat het een ver-van-mijn-bed-show lijkt te zijn op het eerste gezicht, werpt Petry vragen op die ons allemaal aangaan. Ja, wat mij betreft weer een goede kanshebber voor de Libris Literatuur Prijs 2023.