Op de middelbare school was ik absoluut geen liefhebber van de lessen geschiedenis (daar moet ik wel bij vermelden dat er nauwelijks lessen waren die me konden bekoren in die tijd) en ik liet het vak dan ook zo snel mogelijk vallen toen dat eenmaal kon. Ik vond het doodsaai en begreep ook niet helemaal waarom we zouden leren over tijden die niets met ons te maken hebben. Ja, ik was niet al te slim, en zag pas later in hoe alles met elkaar verweven is. Er valt dus nog heel wat in te halen op dit vlak, en met een boek als Congo. Een Geschiedenis kan ik me niet voorstellen hoe je ooit nog enige negatieve gevoelens voor geschiedenis kunt koesteren.
David van Reybrouck vertelt de geschiedenis van Congo, van de tweede helft van de negentiende eeuw tot aan de economische crisis van 2008. Hij doet dit aan de hand van allerlei literaire bronnen, maar hij laat ook heel vaak Congolezen aan het woord die op één of andere manier onderdeel zijn geworden van de Congoleze geschiedenis. Al die getuigenissen zorgen ervoor dat het nooit droog wordt, en daar komt nog bij dat Van Reybrouck vaak op zeer beeldende manier een bepaalde gebeurtenis weet te beschrijven, waardoor je het idee hebt dat je er zelf bij bent.
Ontstellend
Het is ontstellend te constateren dat ik zo weinig wist van Congo (en sowieso van het Afrikaanse continent), terwijl dit land zo’n enorm bijzondere en boeiende geschiedenis heeft. Van het persoonlijke speeltje van koning Leopold II tot de invloed die het land had in de grote oorlogen en van een land dat decennialang gebukt gaat onder dictaturen en (burger)oorlogen tot de recente aangehaalde banden met China. De geschiedenis van Congo is onvoorstelbaar en tijdens het lezen val je van de ene in de andere verbazing.
Werkelijk alles wat in een land mis kan gaan, is misgegaan in Congo en Van Reybrouck oppert op een bepaald moment dat zijn boek niet slechts een stuk geschiedenis behelst, maar dat aan de hand van de geschiedenis van Congo we kunnen aflezen hoe het ons misschien in de toekomst zal vergaan, als grondstoffen schaars worden en het ieder voor zich wordt. Wat daarvan waar is, zal nog moeten blijken, maar het is een interessante gedachte die direct ook de waarde onderstreept van kennis blijven nemen van bepaalde stukken van de geschiedenis.
Prooi
Wat mij vooral bij zal blijven van het boek, is dat een land dat zo rijk is aan zoveel verschillende grondstoffen, eigenlijk wel ten prooi móet vallen aan allerlei machten die misbruik maken van de instabiliteit en chaos in het land om zichzelf te verrijken. Dat gebeurt in verschillende periodes, op allerlei manieren en door allerlei mensen en overheden, maar de gewone Congolees is er altijd de dupe van en krijgt ook geen enkele kans om weer op te klauteren. Men leeft van crisis naar crisis en het einde lijkt nog niet in zicht te zijn.
Het is een ongelooflijk intrigerend werk, dat Congo. Een Geschiedenis dat ik bij tijd en wijlen echt met open mond heb gelezen. Het is de verdienste van Van Reybrouck dat het overzicht altijd bewaard wordt, zelfs in de meest ingewikkelde conflicten, en dat hij er door al zijn interviews met Congolezen een heel levendig en meeslepend document van heeft weten te maken. Ja, dit is overduidelijk één van mijn favoriete non-fictieboeken die ik in de afgelopen jaren las. Voor mij het boek dat me kennis liet maken met een gebied dat voor mij nog geheel onontgonnen was en dat ervoor gezorgd heeft dat ik nog veel meer wil lezen over Afrika en Congo (Blood River en The Shadow of the Sun liggen hier al klaar).