Vorig jaar wonnen Marieke Lucas Rijneveld en zijn vertaler de International Booker Prize en sindsdien heb ik me voorgenomen om de toekomstige winnende boeken te lezen en de prijs wat meer in de gaten te gaan houden. David Diops tweede roman At Night All Blood Is Black is aan een flinke zegetocht bezig. Het won de International Booker Prize van dit jaar, maar ook nog allerlei andere belangrijke literatuurprijzen, zowel in Diops thuisland Frankrijk als daarbuiten. Onverdeeld positief ben ik niet over deze roman, alhoewel ik moet toegeven dat Diops stijl wel heel fijn leest.
At Night All Blood Is Black gaat over de Senegalese soldaten Alfa Ndiaye en Mademba Diop. Ze vechten aan Franse zijde tijdens de Eerste Wereldoorlog en worden vooral als kanonnenvoer gebruikt. Ndiaye en Diop zijn ‘meer dan broers’, kennen elkaar al heel lang en gaan voor elkaar door het vuur. Tijdens een nieuwe aanval wordt Diop dodelijk getroffen en Ndiaye wordt vanaf dat moment opgevreten door schuldgevoel. Hij gaat er steeds vaker alleen op uit en komt dan terug met dingen die ervoor zorgen dat zijn collega-militairen bang van hem worden.
Binnenwereld
Het is natuurlijk het zoveelste boek over de waanzin van oorlog en de gevolgen ervan op de mensen die de strijd moeten uitvechten. Diops invalshoek is wel nieuw, over hoe het is om als zwarte soldaat in een witte oorlog terecht te komen. Daarnaast springt ook, voornamelijk in het eerste deel, Diops stijl in het oog. Diop hanteert heel veel herhaling en blijft heel lang stilstaan bij belangrijke gebeurtenissen. Hij ramt alle facetten waardoor Ndiaye langzaam gek wordt erin bij de lezer. En dat werkt. Het eerste deel is krachtig en weet heel overtuigend de binnenwereld van Ndiaye uiteen te zetten.
Aangekomen bij het tweede deel lijkt het net alsof je een heel andere roman aan het lezen bent. Ndiaye is weggestuurd van het front voor een maand om ‘uit te rusten’, omdat zijn meerderen het niet eens zijn met Ndiayes manier van oorlog voeren. De rust in de ziekenboeg geeft Ndiaye de tijd om terug te denken aan thuis, aan alles wat er gebeurde voor hij in deze oorlog terecht kwam. De stijl in dit deel is een stuk rustiger en we krijgen een beter beeld van de Senegalese cultuur en volksverhalen.
Twee gezichten
Ndiaye is van het front weggestuurd omdat hij tegen de waanzin aan zit, maar in deze tweede helft kan hij in heldere volzinnen zo zijn hele geschiedenis uiteenzetten. Het repetitieve karakter verdwijnt met dit deel ook naar de achtergrond. Het is ongeloofwaardig, maar voelt ook overbodig aan, omdat die geschiedenis totaal niet noodzakelijk is om mee te leven met Ndiaye. Het is duidelijk dat de Senegalese achtergrond van Diop en Ndiaye een plaats móest krijgen in dit verhaal, maar ik vond het aanvoelen als een irritante kunstgreep waarbij de schrijver niet in dienst van het verhaal opereert, maar vooral ook zijn eigen stokpaardjes naar voren wil brengen.
At Night All Blood Is Black is een roman met twee gezichten. De eerste helft greep me aan, maar deel twee vond ik op alle vlakken een stuk saaier. Daarom is het boek wat lastig te beoordelen. Als ik de delen afzonderlijk beoordeel en daar het gemiddelde van neem, kom ik uiteindelijk toch nog uit op een ruime voldoende. Dat verdient de roman ook wel.