Er komt zeker nog een artikel over de beste 2020-boeken die ik las, maar in dit stuk wil ik vooral de beste oudere boeken die ik in 2020 las in het zonnetje zetten. 2020 was een groots leesjaar. Normaal lees ik in een goed jaar ongeveer een boek per week, maar lezen werd dit jaar een beetje een uit de hand gelopen hobby. Dat komt denk ik vooral door corona, omdat qua sociale bezigheden toch een stuk minder mogelijk was.
Ik heb dit jaar meer dan honderd boeken gelezen (het exacte aantal weet ik nog niet, want het jaar is nog niet over) en ik schat zo in dat dat een eenmalige uitschieter zal zijn. Ik kan me niet voorstellen dat als ik mijn vrienden en familie weer wat vaker kan zien, als de bioscopen weer normaal open zijn en er weer grotere films gaan draaien en als de musea weer blijvend opengaan, ik aan die monsterscore van dit jaar ga komen. En dat hoeft ook helemaal niet. Er is meer in het leven dan lezen (maar niet veel meer, zoals Morrissey zingt).
Ik heb er wel echt van genoten, van het hebben van de rust en tijd om zoveel te kunnen lezen. En er viel weer zoveel moois te ontdekken dit jaar. Ik heb een top-20 gemaakt met boeken die ik dit jaar las, maar die ouder dan 2020 zijn. Ik las dit jaar een heel aantal grote klassiekers waar ik met volle teugen van genoten heb, maar er zit ook wat recenter werk tussen waar ik erg onder de indruk van was. Het was een leesjaar waarin ik alles las wat los en vast zat dus het is een fijn eclectisch lijstje geworden, al zeg ik het zelf. Onderaan deze lijst vind je nog mijn leesvoornemens voor 2021.
1. Cormac McCarthy – All the Pretty Horses (1992)
Dit was een van de eerste boeken die ik dit jaar las, maar de roman maakte zoveel indruk dat ik nog steeds wel eens terugdenk aan de verschillende memorabele scenes uit het verhaal. Het verhaal is met een zekere afstand en redelijk onderkoeld geschreven, maar dat maakte de emotionele impact des te groter. Schitterend verhaal over twee vrienden die te paard van Texas naar Mexico rijden op zoek naar werk, maar op alle mogelijke manieren tegengewerkt worden. Heeft inmiddels een stevige plek in mijn top-10 aller tijden verworven. Wat een fantastisch schrijver is McCarthy. In 2021 hoop ik zeker meer van de man te lezen.
2. Wessel te Gussinklo – De Opdracht (1995)
Ik heb Te Gussinklo vorig jaar ontdekt door De Hoogstapelaar. Dat was een fantastisch boek, maar De Opdracht is het beste wat ik tot nu toe van Te Gussinklo las. Ewout Meyster is een van de leukste romanpersonages die ik ken. Hij is veertien en gaat naar een kamp in de hoop indruk te maken op zijn leeftijdsgenoten, maar niets loopt zoals hij gehoopt had. Zeer minutieus wordt het innerlijke leven van een puber blootgelegd. Soms grappig, soms een beetje zielig, soms ergerniswekkend, maar dit is zeker geen roman die je onberoerd laat. De fantastische stijl van Te Gussinklo is de kers op de taart.
3. Albert Camus – De Pest (1947)
Zoals de rest van de wereld besloot ik aan het begin van de coronapandemie dat het tijd was om dit boek eens te lezen. Ik ben tot nu toe nog geen enkele keer teleurgesteld door Camus. De Pest vond ik ook weer tamelijk briljant. De liefde waarmee Camus zijn personages neerzet zorgt voor een heel warm boek, ondanks de verschrikkelijke gebeurtenissen die plaatsvinden. Zeer rake observaties ook over het leven en niet zelden op een schitterende manier verwoord. De bewonderenswaardige tekenen van verzet door de verschillende personages blijven je wel bij. Zeer memorabele roman weer.
4. Ralph Ellison – Invisible Man (1952)
Door de Black-Lives-Matter protesten van dit jaar besloot ik een aantal boeken door zwarte schrijvers op te pakken. Dit was er een van. Een zwarte jongen vertrekt met dromen naar New York, maar wordt in alles belemmerd om die dromen waar te maken en wordt nooit helemaal gezien voor wie hij is. Een groteske, kafkaëske vertelling die langzaam aan steeds benauwender wordt. Het is heel indrukwekkend hoe Ellison een heleboel radartjes, hoe klein ook, van het uurwerk dat racisme heet blootlegt en hoe hij tegelijkertijd ook de diversiteit en pluraliteit van het menselijk ras (en het zwarte ras in bijzonder) toont. Onvergetelijke roman.
5. Hilary Mantel – Wolf Hall (2009)
Misschien niet het meest diepzinnige boek of het boek met de grootste emotionele impact, maar wel het leukste boek dat ik las. Wat een heerlijk, sappige, komische geschiedenisles heeft Mantel hiermee geschreven. Ik was voor een weekje compleet onderdeel van het Engeland van de zestiende eeuw. Bewonderenswaardig, de kennis die Mantel over deze periode heeft en hoe ze dat op compleet unieke wijze aan de lezer overbrengt. Ik heb zo vaak hardop moeten lachen om de droge opmerkingen van Thomas Cromwell. Inmiddels heb ik alleen nog het derde deel van de trilogie te gaan, de verwachtingen zijn hooggespannen.
6. Franz Kafka – De Gedaanteverwisseling (1915)
Ik heb de drie romans van Kafka gelezen, maar ik denk dat de korte(re) verhalen mij beter liggen. De Gedaanteverwisseling vond ik in ieder geval fantastisch. Een absurdistische premisse, maar meeslepend vanaf de eerste zinnen en zelfs bij vlagen erg ontroerend. Het einde deed me echt bijna fysiek pijn, zo erg leefde ik mee met Gregor die op een dag opeens een insect geworden was. Dit is het eerste dat ik van Kafka lees waar ik echt door geraakt werd. Snel maar eens een volgend kort verhaal van de beste man erbij pakken. Dit lezen was in ieder geval voor mij een onvergetelijke ervaring.
7. Jan Kjaerstad – De Ontdekker (1999)
Dit is het derde deel in een trilogie en dit deel maakte diepe indruk op me. De overige twee delen zijn ook erg imposant, hoe Kjaerstad schrijft en dwarsverband na dwarsverband op papier kwakt, dat heb ik nog niet eerder gelezen. Bij de eerste twee delen miste ik echter een emotionele connectie. Die kwam voor mij met het lezen van het laatste deel. Dit deel zorgt er ook voor dat je de eerste twee delen veel beter kunt plaatsen dus dit was echt een boek waar voor mij alles op zijn plaats viel. Zeer ambitieus en volstrekt uniek project dit, ik zou het iedereen met een lange adem aanraden.
8. Carson McCullers – The Member of the Wedding (1946)
Mijn eerste McCullers en direct overtuigd door de wijze waarop McCullers je langzaam maar zeker steeds meer verbonden laat voelen met haar personages. Hier is een twaalfjarig meisje de hoofdpersoon. Ze zit in een periode waarin ze heel veel verandert, maar ze kan deze veranderingen nog niet plaatsen. Op schitterende wijze wordt de neiging om tegen alles aan te schoppen en tegelijkertijd de diepe behoefte aan contact met de mensen om je heen beschreven. De gesprekken tussen het meisje en haar verzorgster waarin al hun pijn en verlangens blootgelegd worden zijn zeer memorabel.
9. Virginia Woolf – To the Lighthouse (1927)
Op dit boek werd ik direct een klein beetje verliefd. Erg knap hoe Woolf het mijmeren, het innerlijke leven, de existentiële overpeinzingen over het leven en menselijke relaties in dit boek beschrijft. Er worden heel wat relevante kwesties opgeworpen, maar alles staat in dienst van de grote vraag naar hoe betekenis te geven aan een leven met alle verwachtingen van buitenaf, allerlei tegenstrijdige gevoelens en gedachten en verschillende ingrijpende gebeurtenissen. Enorm goed geschreven, het sluit in ieder geval heel erg aan bij hoe mijn eigen gedachten zo door een gemiddelde dag heen vloeien.
10. Lev Tolstoj – Anna Karenina (1877)
Hier heb ik tijdens mijn zomervakantie een projectje van gemaakt. Ik zag er best tegenop, maar dit bleek allemaal veel tijdlozer te zijn dan waar ik voor vreesde. Tolstoj zet zo goed de ingewikkelde relaties tussen zijn personages neer. Met oog voor detail wordt de (non-verbale) communicatie en de manier waarop deze geïnterpreteerd wordt uiteengezet en zo krijgen alle personages iets waarvan je gaat houden en waaraan je je gaat ergeren. Wat me het meeste aansprak is de manier waarop Tolstoj de depressies van Anna omschrijft. Wat dit betreft was hij zijn tijd ver vooruit.
11. Natsuo Kirino – Out (1997)
Een maatschappijkritische thriller over een vrouw die haar man vermoordt en haar collega’s vraagt mee te helpen met het opruimen van het lijk. Het is een heerlijk bruut, smerig en expliciet boek die je het liefst in een ruk uitleest. Vooral de momenten waarop omstanders wel erg dicht bij de waarheid komen zijn enorm spannend. Daarnaast vond ik de manier waarop alle hoofdkarakters langzaam vervallen en verworden tot de slechtste versie van zichzelf echt heel goed verzonnen en opgeschreven. Een erg rijke thriller die met veel kunde geschreven is.
12. Valeria Luiselli – Lost Children Archive (2019)
Een schitterend boek dat bij mij alle juiste snaren raakte. Ik heb flink mijn verwachtingen bij moeten stellen tijdens het lezen, maar toen ik eenmaal door had dat Luiselli een heel fijnzinnige methode hanteert (en niet de vuist op tafel) om haar punt te maken was ik verkocht. Het boek straalt een enorme warmte uit en juist in de kleine, simpele, alledaagse dingen die Luiselli zonder opsmuk beschrijft, zat voor mij een enorme ontroering. Het is een aanklacht tegen het Amerikaanse vluchtelingenbeleid, maar ook een hartverwarmend verhaal over een gezin dat op een roadtrip gaat.
13. Roxane van Iperen – ’t Hooge Nest (2018)
Dit non-fictie boek greep me direct al bij de lurven en heeft nog dagen, weken rondgespookt in mijn hoofd na het lezen ervan. Eigenlijk onvoorstelbaar dat dit verhaal over twee Joodse zussen in het verzet nu pas verteld wordt. Wat een ongelooflijk dappere vrouwen waren de zusjes Brilleslijper. Echt bewonderenswaardig, de strijdvaardigheid van deze personen. Van Iperen weet van alle bronnen een ontzettend meeslepend en ontroerend geheel te smeden. Richting het einde kreeg ik het echt even te kwaad, hoor!
14. Kevin Barry – Beatlebone (2015)
Heerlijk hallucinante vertelling over een bekende muzikant die af probeert te rekenen met zijn verleden. Ik heb inmiddels wel door dat Barry houdt van mannelijke, grofgebekte personages die geplaagd worden door allerlei demonen die ze op allerlei manieren proberen te bezweren. Erg knappe dialogen ook, en fijn hoe je als lezer maar heel sporadisch een flard aan informatie krijgt over de achtergrond van John, wiens identiteit heel lang in nevelen gehuld blijft. Echt een schrijver om in de gaten te blijven houden de komende jaren (zijn boek Night Boat to Tangier was ook al zo tof).
15. Marcellus Emants – Een Nagelaten Bekentenis (1894)
Heb dit boek tijdens mijn tripje naar Rotterdam gelezen (zo tussen de eerste en tweede coronagolf door toen dat allemaal nog kon). Echt een onuitstaanbare verteller, maar de grondigheid en onverbiddelijkheid waarmee hij zijn eigen psyche ontleedt is echt fantastisch. De manier waarop-ie zijn huwelijk beschrijft, ik ging zelf al bijna kapot van ellende, of hoe hij beschrijft dat-ie blij is als zijn kind doodgaat, echt, wat een man. Daarnaast echt enorm genoten van Emants’ stijl, iedere zin is raak en dat mooie ouderwetse taalgebruik is heel erg fijn.
16. Inge Schilperoord – Muidhond (2015)
Ik zag eerst de verfilming in de bioscoop en daar was ik wel van onder de indruk. Echter, na het lezen van de roman kan ik enkel concluderen dat de film een slap aftreksel was van het boek. De gedachten- en gevoelswereld van hoofdpersonage Jonathan worden met een oog voor detail en met een intensiteit uiteengezet die je compleet meeslepen en die het moeilijk maken om afstand te nemen van het vertelde, hoe graag je dat ook wil (pedofilie is het hoofdthema). Dan zijn er nog de verstikkende hitte, de ziekelijke moeder, de viezige hond, de zieke vis, de buurt waar niks meer van over is omdat alles gesloopt wordt. Al die factoren dragen allemaal bij aan de enorm benauwende sfeer. Knap debuut.
17. Marieke Lucas Rijneveld – De Avond Is Ongemak
Het rijtje ongemakkelijke, nare Nederlandstalige boeken wordt afgesloten met dit uitstekende debuut van Rijneveld. Deze gaat ver een gezin dat langzaam ten onder gaat aan de dood van de oudste zoon. Het gekke is dat ik tijdens het lezen genoeg aanmerkingen had op het boek, maar die verdwenen nadat ik het uit had steeds meer naar de achtergrond. De roman zinderde flink na en uiteindelijk ben ik toch wel enorm overtuigd van de vertelkwaliteiten van Rijneveld.
18. Banana Yoshimoto – Kitchen (1988)
Dit boekje bestaat uit twee kortere verhalen. ‘Kitchen’ gaat over een jonge vrouw die haar laatste overgebleven familielid verliest en bij twee vreemden intrekt. Al snel ontstaat er een hechte vriendschap tussen haar en de anderen. ‘Moonlight Shadow’ gaat over een jonge vrouw die haar vriend is verloren bij een auto-ongeluk en door een ontmoeting met een mysterieuze vrouw de mogelijkheid krijgt om eindelijk op een goede manier afscheid te nemen van hem. Kitchen heeft me onmiddellijk verliefd gemaakt op de schrijverskunsten van Yoshimoto. Ik vond beide verhalen echt hartverwarmend.
19. Blake Crouch – Recursion (2019)
Fijne sci-fi/thriller dit. Een heel interessant uitgangspunt (het veranderen van herinneringen en de mogelijkheid je leven opnieuw / anders te leven ) en het is de kracht van dit boek dat het alle mogelijkheden omtrent deze onderwerpen uitput, zo voelde het voor mij althans. Er zit heel veel actie en spanning in dit boek, en er zit een enorme vaart in het verhaal, maar er is zeker ook wel ruimte voor wat (filosofische) reflectie. De mensen in dit verhaal zijn geen bijzaak, maar juist voor hun gevoelens en hun verhouding tot het verleden en het heden is een belangrijke rol weggelegd. Dit had veel van wat ik zoek in sci-fi: spanning, een niet al te rooskleurig wereld/mensbeeld en het blootleggen van de consequenties van bepaalde wetenschappelijke ontwikkelingen voor de mens en de wereld.
20. Anton de Kom – Wij Slaven van Suriname (1934)
We eindigen met historische non-fictie. Anton de Kom laat heel duidelijk zien hoe onderdrukking werkt, op welke verschillende niveaus het zich kan manifesteren en hoe ongelooflijk moeilijk het is dit te beëindigen, ook al zijn de onderdrukten toch met zoveel meer dan de onderdrukkers. Het gaat natuurlijk over de kolonisatie van Suriname en over slavernij, maar De Kom besteedt ook veel aandacht aan de wijze waarop de zwarte mensen onderdrukt bleven, tot lang na het aanschaffen van de slavernij. Erg belangrijk en leerzaam boek!
Leesvoornemens 2021
Ik stel ieder jaar een aantal goede leesvoornemens op, maar traditiegetrouw komt daar nooit wat van terecht. Zo nam ik me dit jaar voor om heel veel Japans te lezen, maar verder dan vijf boeken kwam ik niet. Wel overtrof ik mijn stoutste verwachtingen qua totaal gelezen boeken. Ik hoopte op een boek per week, maar het werden er twee per week.
Voor 2021 heb ik het allemaal even anders gedaan. Ik heb een Excelbestand gemaakt met een aantal categorieën waarbinnen ik wat meer wil lezen. Zo is er bijvoorbeeld een categorie ‘klassiekers’, maar ook ‘nobelprijswinnaar’, ‘schwobboek’ en ‘recente boeken’ zijn categorieën die komend jaar de revue gaan passeren. Ik heb zo iedere maand een aantal categorieën waarbinnen de boeken die ik lees moeten vallen. Ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken.
Ik heb wel een lijstje gemaakt met schrijvers of boeken waar ik dit jaar eindelijk eens aan wil beginnen. Ook zijn er enkele schrijvers die me zo hebben weggeblazen dat ik er in 2021 nog meer van wil lezen. Dat lijstje ziet er tot nu toe zo uit:
Don Delillo |
Tanizaki |
Mishima |
Kraznahorkai |
Tokarczuk |
J.J. Voskuil |
Harry Potter |
Ursula le Guin |
N.K. Jemesin |
J.D. Salinger |
James Baldwin |
Octavia Butler |
Frankenstein |
Wuthering Heights |
de ondraaglijke lichtheid van het bestaan |
Annie Ernaux |
john steinbeck |
wuthering heights |
jeff noon |
cormac mccarthy |
virginia woolf |
the bell jar |
Qua aantallen ben ik me bewust van het feit dat 2020 een uitzonderlijk jaar was en dat het moeilijk zal zijn om de 100+ boeken van dit jaar te evenaren. Ik zou al heel tevreden zijn als ik zestig boeken kan lezen in 2021.
Volgende week plaats ik mijn favoriete boeken die in 2020 uitkwamen. Hopelijk tot dan. Alvast een fijne Kerst gewenst in ieder geval!