Poëzie, ik heb er lange tijd afkeer en angst voor gevoeld. Zeker, op de middelbare school vond ik als gloomy tiener die graag flirtte met de dood herkenning in de gedichten van Jotie t’Hooft, maar na het overleven van deze donkere jaren ontwikkelde ik als filosofiestudent een afkeer voor deze literaire vorm. De wereld was immers prima in rationele concepten te begrijpen, al dat vage emotionele, ‘onzegbare’ gedoe in poëzie, nee bedankt. Toen ik uiteindelijk gelukkig ontdekte dat onze rationele vermogens niet toereikend en voldoende zijn om de werkelijkheid te begrijpen, maakte mijn afkeer plaats voor angst.
Want waar moet een mens beginnen met het doorgronden van poëzie, en hoeveel uren moeten er wel gespendeerd worden aan het lezen van poëzie voordat het eindelijk ‘klikt’, met daarbij de vrees dat het misschien wel helemaal nooit gaat klikken en alle moeite voor niets is geweest. Gelukkig is daar redder in nood Ellen Deckwitz, die in Eerste Hulp Bij Poëzie angstige mensen als ik gerust weet te stellen.
Angstaanjagend
Eerste Hulp bij Poëzie is een bundeling van Deckwitz’ twee boeken over poëzie lezen; Olijven Moet je Leren Lezen: Een Cursus Genieten van Poëzie verscheen in 2016, Dit Gaat Niet over Grasmaaien: Hoe Lees Je Poëzie verscheen in 2020. Beide boeken zijn vergelijkbaar qua opbouw. Ieder hoofdstukje begint met een gedicht en Deckwitz legt aan de hand van het gedicht uit hoe poëzie in elkaar kan steken, geeft tips over hoe je poëzie kunt lezen en ontdekken en geeft voorbeelden van manieren waarop een bepaald gedicht geïnterpreteerd kan worden.
Dat betekent dat je als lezer dankzij deze twee boeken kennis maakt met heel veel verschillende soorten gedichten en met verschillende vormen van poëzie. In heldere zinnen en met veel humor weet Deckwitz de bange lezer van alle weerstand af te helpen en te overtuigen van het feit dat poëzie lang niet zo angstaanjagend is als het van de buitenkant kan lijken.
Puzzel
Poëzie is namelijk geen puzzel die alleen opgelost kan worden door ingewijden die dag in dag uit met gedichten bezig zijn terwijl ze nippen aan whiskeys of havercappu’s en via de alcohol of de caffeïne de oplossing voor de te kraken code ingegeven krijgen. Deckwitz maakt duidelijk dat het lezen van poëzie gewoon een kwestie van doen is. Lees eens een gedicht, bemerk wat het met je doet en of dit door het ritme, de beelden of de achterliggende betekenis komt, en je bent er eigenlijk al.
Het feit dat gedichten blijkbaar geen vastliggende betekenis hebben, dat je waardering voor een gedicht kan groeien, afnemen of zelfs per dag kan verschillen en dat kenners heus niet allemaal unaniem dezelfde gedichten liefhebben of haten is allemaal zeer geruststellend. Deckwitz weet de lezer te overtuigen van het feit dat poëzie echt voor iedereen kan zijn.
Slechte score
Als het gaat om de gedichten die zijn opgenomen in deze twee werken, dan kon ik met negentig procent helemaal niks. Een slechte score zou je zeggen, maar die overige tien procent wist me dusdanig te prikkelen of van mijn sokken te blazen dat de dichtkunst me toch voor zich wist te winnen. Wat ik bij die enkele gedichten voelde, dat wil ik veel vaker ervaren. Dat ik dan misschien eerst negentig gedichten moet doorploegen die me koud laten, om uiteindelijk tien gedichten te lezen die me op een manier beroeren die niet te vergelijken is met hoe proza dat doet, dat zie ik eigenlijk helemaal zitten.
Ik heb inmiddels al wat gedichtenbundels aan mijn e-reader toegevoegd en enkele bundels in mijn kast staan. Nu nog wat tijd vrijmaken om geregeld enkele gedichten te lezen. Ik had niet verwacht dat ik het ooit nog zou zeggen, maar dankzij Eerste Hulp bij Poëzie zie ik het nog wel gebeuren dat ik een poëzieliefhebber ga worden. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, zullen we maar zeggen, en dat allemaal dankzij dichtkunst-ambassadrice Ellen Deckwitz.