Krachttoer
Mijn project van de afgelopen maanden was om de gehele Thomas Cromwell trilogie van Hilary Mantel te lezen. Dat zijn in totaal zo’n 1900 pagina’s en ik heb er een maand of vier over gedaan. Best wel veel pagina’s en dit stuk is daarom ook heel veel woorden. Vet sorry not sorry!
Waarom je in hemelsnaam wagen aan zo’n project, hoor ik je denken. Nou, de Booker Prize speelde zeker een rol (ieder jaar trouw de gehele longlist lezen). Toch werd ik vooral aangestoken door het enthousiasme van de mensen bij BoekenFM die deze boeken allemaal ontzettend goed vinden en voor de podcast ook Hilary Mantel mochten interviewen.
Ik zag er best wel tegenop om dit stuk te schrijven, omdat er zoveel over te zeggen valt (en dus ook zo lang, pffff) en omdat ik het laatste deel een vrij zware bevalling vond. Maar goed, het moet er toch maar eens van komen. Genoeg gezeverd dus, tijd voor Henry VIII, Katherine of Aragon, Anne Boleyn, Jane Seymour en natuurlijk Thomas Cromwell, de man die zich opwerkt tot de belangrijkste adviseur van koning Henry.
Wolf Hall (2009)
Van de boeken die ik in 2020 las was dit misschien niet het boek met de grootste emotionele impact of het boek dat me het meest aansprak qua interessante ideeën. Het was wel de leukste. Wat heb ik enorm gelachen en wat bleek dit een enorme pageturner te zijn.
Allereerst: wat een enorme krachttoer van Mantel is dit zeg. Bewonderenswaardig de kennis die ze heeft van het onderwerp en hoe ze die kennis in mooie zinnen en vol leuke grapjes weet over te brengen. Het is bizar hoe ik als verwende milennial direct de wereld van Thomas Cromwell ingezogen werd. Een tijd waarin ziektes om zich heen sloegen, waar de spanning te snijden is als het gaat om religie en of je wel op de juiste manier het christendom belijdt en waar allerhande uitingen van geweld aan de orde van de dag zijn. Ik was voor een paar dagen echt onderdeel van die periode.
Daarnaast is Thomas Cromwell een heerlijk hoofdpersonage. Zijn geschiedenis zorgt er direct al voor dat je hem sympathiek vindt, maar vooral zijn slimheid en sluwheid maakten mij tot een groot liefhebber. Keer op keer is hij zijn tegenstanders te slim af en zijn bijdehante opmerkingen zijn schitterend.
Joop van Tellingen en Game of Thrones
En dan is er nog het politieke schaakspel. Als een heuse Joop van Tellingen legt Mantel al het gekonkel vast. Het is allemaal heel erg soapy, heel erg sappig en ik wilde dat het nooit ophield. Geschiedenis was nog nooit zo leuk. Het deed me eigenlijk best wel denken aan Game of Thrones, maar dan zonder draken, met nog veel meer politieke haat en nijd en (gelukkig) nog veel beter geschreven.
Over dat laatste, ik vond het verhaal eigenlijk heel erg goed leesbaar. Ik heb me in ieder geval totaal niet gestoord aan aspecten die her en der bekritiseerd worden. Tuurlijk, ik heb ook wel een paar keer even moeten opzoeken wie een bepaalde jongeman ook alweer was die opeens weer opduikt in het verhaal na een aantal hoofdstukken van het toneel te zijn verdwenen, maar dat vond ik helemaal niet erg. De moeite die je af en toe moet doen om het verhaal goed te kunnen blijven volgen betaalt zich wat mij betreft dubbel en dwars uit.
Ik vond het een geweldige leeservaring. Mantel heeft het voor elkaar gekregen dat ik opeens enorm veel interesse heb voor dit deel van de Engelse/Europese geschiedenis. De dikte van de boeken en de vele personages die opgevoerd worden maken het wel tot een intensieve leeservaring dus ik had me voorgenomen om niet te snel aan het volgende deel te beginnen. Van dat voornemen is echter heel weinig terecht gekomen.
Bring Up the Bodies (2012)
Al snel had ik weer heel veel zin in de wereld van Thomas Cromwell. Met ‘slechts’ 400 pagina’s viel dit deel ook heel goed te overzien. Weer genoot ik met volle teugen, hoewel ietsje minder dan van Wolf Hall. Het is wederom genieten van Mantels schrijven, maar ze maakt net iets andere keuzes dan in Wolf Hall en dat pakt net wat minder uit.
De toon is een stuk donkerder. Minder humor, meer drama. Dat maakt Bring Up the Bodies net wat minder evenwichtig; dan Wolf Hall. Bovendien wordt er totaal gefocust op Anne Boleyn en haar ondergang en de rol van Thomas Cromwell daarin. Op zich is dat nog steeds heel erg leuk, want die slangenkuil zorgt voor heel veel vermaak.
Toch vond ik juist ook de beschrijvingen van Cromwells privéleven en zijn hele entourage minstens zo interessant. Ook genoot ik in Wolf Hall enorm van de vele uitweidingen over allerlei randfiguren. Dat zijn er hier helaas een stuk minder. Tot slot komt de weerslag die de politieke gebeurtenissen hebben op het volk jammer genoeg veel minder aan bod.
Al die punten zorgen voor een net wat minder dynamisch boek. Begrijp me niet verkeerd, Bring Up the Bodies is nog steeds heel erg goed, maar voor het derde deel hoopte ik toch op een wat vollediger tijdsbeeld, op het gevoel dat er echt geen speld meer tussen wat Mantel ons vertelt te krijgen is. Het zou ook leuk wezen als Mantel nog wat onvoorziene wegen in zou slaan. Gewoon iets om de lezer toch weer te verrassen.
The Mirror & the Light (2020)
Het duurde wel eventjes voordat ik me aan het slotstuk waagde. Het heftige aantal pagina’s hield me toch wel een beetje tegen. Maar goed, ik had mezelf een doel gesteld, en daar ging ik me aan houden. Het werd tijd dat ik eraan ging geloven.
Laat ik voorop stellen: The Mirror & the Light is weer alles wat Bring Up the Bodies niet was. Alle aspecten waarvan ik hoopte dat ze terug zouden keren in de afsluiting waren er. Behalve dan dat ene ding, namelijk dat er ook nog iets nieuws gedaan zou worden.
Ik begon vol goede moed, maar ik merkte na een paarhonderd pagina’s dat ik het allemaal niet zo interessant meer vond. Ja, op zich is het tof dat Cromwell het eens wat moeilijker krijgt en zijn lot lijkt vrij onafwendbaar, maar het deed me allemaal niks meer.
Meer van hetzelfde
Waar ik om Wolf Hall nog hardop moest lachen, moest ik hier mijn best doen om nog gniffelmomentjes te vinden. Waar ik voorheen genoot van het politieke wespennest, vond ik het nu vooral meer van hetzelfde. En zo voelde eigenlijk het hele boek: als meer van hetzelfde.
Blijkbaar was ik gewoon verzadigd of zo. Ik snap helemaal waarom iedereen dit deel ook weer fantastisch vind, maar ik heb door deze trilogie geleerd dat heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel lange verhalen (+1000 pagina’s) gewoon niet echt aan mij besteed zijn. Ik betwijfel ook of mijn ervaring met The Mirror & the Light anders was geweest als ik een langere pauze had genomen.
Dat kan ik soms hebben met boeken, dat ik halverwege alweer denk aan het volgende boek dat ik wil gaan lezen. Het betekent vaak dat ik voor mijn gevoel te lang in dezelfde sferen hang. Ik voel dan de behoefte om weer in een andere wereld te vertoeven, om een andere schrijfstijl te lezen, om nieuwe ideeën te lezen. Dat gevoel heb ik hier 850 pagina’s lang gehad. Een teken dat de koek gewoon op was.
De beoordeling dan. Wolf Hall zal ik voor altijd blijven koesteren, dat was echt een verrukkelijke ervaring en dat boek geef ik zonder twijfel 4,5*. Het vervolg verdient met gemak een 4*. Maar wat te doen het einde? Op zich zie ik zeker wel de kwaliteiten, maar ik heb er gewoon niet van kunnen genieten. Een laffe 3,5* wordt het dan maar. De trilogie als geheel toch wel 4*.
Poeh, dat was me het stukje wel.