Lezen begon bij mij allemaal met spannende boeken. Toen ik klein was verslond ik Paul van Loon, de Kippenvelreeks en allerlei nare psychologische kinderthrillers en -horrors. Toen ik naar de middelbare school ging begon ik aan de thrillers voor volwassenen, maar de thriller verdween naar de achtergrond toen ik de literaire roman ontdekte. De laatste jaren heb ik de thriller weer een beetje herontdekt en probeer ik er toch wel iedere maand eentje te lezen of te luisteren. Het heerlijkste is natuurlijk lezen voor het slapen gaan en dan niet durven gaan slapen omdat het verhaal veel te spannend is. Ik moet wel zeggen dat dat nog maar zelden voorkomt, maar af en toe krijg ik nog wel kippenvel van wat ik lees. In dit lijstje staan zowel volbloed thrillers als romans, maar ze hebben gemeen dat ik ze allemaal verslonden heb.
Brett Easton Ellis – American Psycho (1991)
Ik was al een groot liefhebber van de film, maar dit boek doet er nog een flink aantal tandjes bovenop. We leren Patrick Bateman kennen (overdag zakenman op Wall Street, ’s nachts seriemoordenaar) en het begin is uiterst komisch, maar op een gegeven moment verging het lachen me toch wel. Onpasselijk werd ik van enkele passages. De roman geeft een zeer verontrustend kijkje in het hoofd van een psychopaat. Tevens een flinke dosis maatschappijkritiek en dus ook nog een scheut humor. Een van mijn all-time-favorieten.
Gerard Reve – De Vierde Man (1981)
Ik vind Reve echt een heerlijke vent. Dit is een redelijk kort verhaal, maar Reve weet in een beperkt aantal pagina’s uitstekend de spanning op te bouwen. Een schrijver brengt de nacht door met Christine, maakt met haar de afspraak om op haar huis te passen als zij weg is, maar komt er dan achter dat al haar vorige minnaars spoorloos verdwenen zijn. De dreiging die om het vertelde heen hangt is echt zeer genietbaar. Nu ik weer terugdenk aan het boek wil ik het eigenlijk meteen herlezen. Vermakelijker dan dit kom je ze zelden tegen.
Natsuo Kirino – Out (1997)
Wat een geweldige ontdekking was dit eerder dit jaar. Het gaat over een vrouw die haar echtgenoot vermoordt en haar vriendinnen inschakelt om van het lijk af te komen. Er wordt een inktzwart beeld van Japan geschetst en Kirino weet ontzettend overtuigend het verval van de personages te beschrijven, hoe ze langzaam verworden tot de slechtste versie van zichzelf, mede door de uitzichtloze situatie waar ze allen in verkeren. Het is allemaal nogal goor, bruut, smerig en geen enkel karakter is sympathiek, maar het is ook enorm spannend en op de een of andere manier ben je toch begaan met alle vrouwen. In het Nederlands ook verkrijgbaar onder de titel De Nachtploeg.
Sarah Pekkanen & Greer Hendricks – An Anonymous Girl (2019)
Dit boek zorgde voor de hereniging tussen mij en de thriller. Pekkanen en Hendricks weten echt heel goed het vrouw-zijn in deze hedendaagse wereld te vatten en daaromheen hun verhaal te bouwen. Hun boeken komen enorm geloofwaardig over, je kunt je zo voorstellen dat dit soort dingen in het echt gebeuren, en dat maakt ze zo enorm naargeestig. In An Anonymous Girl doet Jessica mee aan een ogenschijnlijk onschuldige psychologische test, maar al snel blijkt dat ze als proefkonijn voor een griezelig, manipulatief experiment gebruikt wordt. In het Nederlands ook verkrijgbaar onder de titel Een Anonieme Vrouw.
Blake Crouch – Recursion (2019)
Enerverende science-fiction thriller dit. Het draait om het idee dat je je herinneringen kunt veranderen en je leven opnieuw of anders kunt leven. Alle mogelijkheden met betrekking tot dit onderwerp worden uitgeput en heel voorstelbaar gemaakt. Er zit heel veel actie en spanning in dit boek, en er zit een enorme vaart in het verhaal, maar er is zeker ook wel ruimte voor wat (filosofische) reflectie. De mensen in dit verhaal zijn geen bijzaak, maar juist voor hun gevoelens en hun verhouding tot het verleden en het heden is een belangrijke rol weggelegd. Dit is hoe ik mijn science-fiction het liefste heb. In het Nederlands verkrijgbaar onder de titel Reset.
Daniel James – The Unauthorised Biography of Ezra Maas (2018)
Een boek dat qua vorm al direct intrigeert. Een anonieme auteur heeft een manuscript van de biografie over een verdwenen kunstenaar gevonden en levert commentaar op het werk dat biograaf Daniel James heeft achtergelaten. Het boek bestaat uit delen biografie van Ezra Maas (de verdwenen kunstenaar), delen autobiografie van Daniel James, interviews met mensen die Maas gekend zouden hebben, transcripten van telefoongesprekken, recensies, columns, alles komt voorbij. James steunt wel wat te veel op zijn overduidelijke inspiratiebronnen (Thomas Pynchon vooral), maar ik vond het desalniettemin een vrij opwindend verhaal dat leest als een thriller.
Juli Zeh – Nultijd (2012)
Zeh is jurist en in deze roman draait het om de vraag naar waarheid. In hoeverre is iemand schuldig die in een waarheid gelooft die niet overeenkomt met de harde feiten? Sven en Antje runnen een duikschool en het gaat ze allemaal voor de wind, totdat ze Theo en Jola ontmoeten. Sven wordt onderdeel van een gevaarlijk spel waarvan hij de regels niet kent en in enkele weken tijd verliest hij alles waar hij waarde aan hecht. Dit boek bleef nog heel lang rondspoken in mijn hoofd nadat ik het gelezen had.
Alex North – The Whisper Man (2019)
Dit was weer eens zo’n boek met echte kippenvelmomenten. Jake en zijn vader verhuizen na de dood van zijn moeder naar een nieuwe stad. Een stad waar lang geleden een moordenaar rondliep die het gemunt had op kinderen. Jake begint zich na de verhuizing raar te gedragen, enge versjes op te zeggen, rare dingen te tekenen en er wordt opnieuw een jongen vermoord. Er zijn best wel wat zaken in dit boek die net te toevallig en ongeloofwaardig zijn, maar bij vlagen is dit boek echt heel erg griezelig. En dat is ook wat waard.
Erik Valeur – Het Zevende Kind (2011)
Het Zevende Kind is van Deense makelij en is een whodunit en een politieke thriller ineen. De mysterieuze dood van een jonge vrouw, een babykamer in een kindertehuis en enkele politici die over lijken gaan vormen de hoofdlijnen van het verhaal. Deze verschillende verhaallijnen worden samengebracht in de persoon van Marie Ladegaard, verteller van het verhaal. Ze weet meer dan wie ook van het stadje waar het verhaal zich afspeelt en het verleden van het kindertehuis. Maar ook Marie heeft zo haar geheimen en verzwijgt veel voor de lezer. Het zorgt ervoor dat het verhaal tot de laatste pagina’s spannend en mysterieus blijft. Het boek is vrij dik, bijna zevenhonderd pagina’s, maar het heeft me denk ik twee dagen gekost om het te lezen.
Tim Krabbé – Het Gouden Ei (1984)
Echt jeugdsentiment dit. Dit was de eerste literatuur die ik las. Ik zal een jaar of veertien zijn geweest en we lazen dit boek klassikaal. Op de een of andere manier heeft het boek zo’n indruk gemaakt dat ik me nu, een half leven later, nog steeds bepaalde scenes voor de geest kan halen. Het boek gaat over een stel dat op vakantie is en de vrouw raakt spoorloos verdwenen. Je leest ook hoofdstukken vanuit het perspectief van de dader en die zijn me vooral heel erg bijgebleven. Blijkbaar zat die psychologische interesse er toen al in.