Ik dacht: laat ik 2022 eens goed beginnen met de vuistdikke roman die 2666 is. Van een Chileens auteur ook nog, want ik vind dat ik veel te weinig Spaanstalige romans heb gelezen in mijn leven. Op basis van andere besprekingen verwachtte ik een hallucinante, uitdagende, confronterende roman, maar ik las een boek dat voor driekwart doodsaai was.
Was 2666 niet zo toegankelijk geschreven, dan had ik dit boek ongetwijfeld na deel III (het boek bestaat uit vijf delen) aan de kant gelegd. De verdienste van het boek is dan ook dat je erdoorheen vliegt, het maakt bij deze roman absoluut niet uit dat je gedachten afdwalen of dat je misschien over een woordje heen leest, want heel weinig in deze roman is belangwekkend.
Pover
De enige delen die ik nog wel oprecht boeiend vond, waren deel I en deel IV. Hoe aan het begin de zoektocht naar de mysterieuze schrijver Benno van Archimboldi wordt ingeleid is leuk en fascinerend. De ellenlange opsomming van verkrachte en vermoorde vrouwen in het Mexicaanse Santa Teresa in het vierde deel is ook wel een schot in de roos. Dit deel kwam wel het meeste in de buurt van waar ik op voorhand op gehoopt had.
Toch lijden deze delen – zij het in mindere mate – aan het probleem dat ik met het hele werk had. Het grootste deel van deze verhalen bestaat namelijk uit overbodige ballast, en Bolaño is geen goed genoeg schrijver om de lezer te doen laten vergeten dat hij eigenlijk helemaal niets te vertellen heeft. Stijl komt bij mij eigenlijk altijd op de eerste plaats, het verhaal zelf is van secundair belang, maar ik vond het stilistisch allemaal zo pover dat ik ook het verhaal op den duur zeer vervelend begon te vinden.
Matig
Vooral de dialogen zijn lachwekkend slecht. Ze zijn volkomen onnatuurlijk en zorgen ervoor dat geen enkel personage ook maar een klein beetje gaat leven. In die 2000 pagina’s (ik las het eboek) ben ik geen enkele keer stil blijven staan bij een mooie zin of bij een raak geformuleerde gedachte. Nee, op geen enkel moment zoog Bolaño’s stijl mij het verhaal in met het resultaat dat de uitgesponnen uitweidingen en uitgebreide geschiedenissen mij volkomen koud lieten.
Het is vrij teleurstellend dat ik echt niks meeneem uit een roman waar ik twee weken lang in bezig ben geweest. Het was een totaal niet bijzondere leeservaring die daarom ook totaal niet uitnodigt om te duiken in de aanwezige secundaire literatuur. Jammer, 2666 zal mij vooral bij blijven als een oppervlakkig, matig geschreven boek.
Vier literatuurfanaten, drie mannen en een vrouw, worden verbonden door hun gemeenschappelijk fascinatie voor het werk van Benno von Archimboldi, een mysterieuze Duitse schrijver. Ze maken een absurde bedevaart naar Santa Teresa, aan de grens van Mexico met de Verenigde Staten, waar Archimboldi zou zijn gezien. Eenmaal in Santa Teresa komen ze erachter dat de stad sinds jaren het decor vormt van een reeks afschuwelijke misdrijven. Op de vuilstortplaatsen van de stad worden met grote regelmaat levenloze lichamen van vrouwen aangetroffen. Allemaal vertonen ze sporen van meedogenloze verkrachting en marteling.