Compact, Maar Knap Werk
Veel dank aan uitgeverij Boom voor het recensie-exemplaar.
Denken over de menselijke conditie, het is iets waar (onder meer) filosofen en schrijvers maar druk mee zijn. Dat het belangrijk is om je in sommige gevallen bezig te houden met de vraag wat het betekent om mens te zijn, toont Dwaallijnen. Bij psychiaters Ludwig Binswanger en Fernand Deligny wordt namelijk heel erg duidelijk hoe hun denken over het mens-zijn invloed heeft op hoe ze hun beroep uitoefenen. Stéphane Symons schreef een uitdagend werk waarin hij het denken van deze psychiaters onderzoekt en dat uitnodigt tot het onder de loep nemen van je eigen denken over de menselijke conditie.
Ellen komt in 1921 binnen als patiënt bij de Zwitserse psychiater Ludwig Binswanger. Ze lijdt aan een onstilbare honger enerzijds en een angst om dik te worden anderzijds. Na observaties en onderzoeken – ook door collega-psychiaters – is het oordeel van Binswanger hard: Ellen kan niet geholpen worden, haar verblijf in het sanatorium heeft geen nut. Ze verlaat de instelling en stapt drie dagen na haar thuiskomst uit het leven.
Denkkader
Janmari lijkt in zijn gedrag in veel opzichten op Ellen. Net als Ellen loopt hij ogenschijnlijk zonder doel op het erf bij de instelling waar hij verblijft en hij heeft geen manier om te communiceren met de wereld om hem heen. Zijn behandelaar Fernand Deligny heeft echter een heel ander denkkader dan Binswanger om Janmari’s gedrag te duiden. Deligny ontfermt zich tot aan zijn dood over Janmari en Janmari weet op de één of andere manier zijn angst voor zijn omgeving te overwinnen en toch een menselijk bestaan te leiden.
Symons onderzoekt in Dwaallijnen de theorieën van Binswanger en Deligny en vraagt zich af hoe het Ellen vergaan zou zijn, als ze bij iemand als Deligny in plaats van Binswanger in behandeling zou zijn geweest. Binswanger liet zich in zijn denken vooral inspireren door Edmund Husserl en Martin Heidegger en heeft daarmee een vrij rigide beeld van wat het betekent om mens te zijn. Ellen voldoet niet aan dat beeld en volgens Binswanger is er dan ook niets meer aan Ellen waaruit blijkt dat ze menselijk is. En dus is de conclusie dat Ellen uitbehandeld is.
Acceptatie
Voor Deligny echter bestaat er niet zoiets als onmenselijks en in zijn theorie van het menselijke hebben ook mensen als Janmari een plek. Waar Binswanger uitging van het idee dat zijn patiënten precies hetzelfde in elkaar zitten als hij, accepteert Deligny het afwijkende doen en laten van de kinderen die hij begeleidt volledig.
Symons maakt steeds duidelijk dat het te makkelijk gezegd is dat Ellen misschien beter af zou zijn geweest als ze met iemand te maken had gekregen die op dezelfde manier naar haar had gekeken als Deligny naar Janmari had gekeken. Toch blijkt het zeer waardevol om deze uiteenlopende denkwegen naast elkaar te leggen, omdat heel duidelijk wordt dat er beperkingen zitten aan te rigide denksystemen en dat ze potentieel kwalijke gevolgen kunnen hebben wanneer dit denken over mensen gaat.
Recht doen
Nu ben ik iemand die vooral heel veel met het denken van Heidegger te maken heeft gehad tijdens haar studie. Het verhaal over Binswangers denken was dan ook gesneden koek voor me. Symons’ beschrijving van Deligny’s manier van kijken was een stuk moeilijker te behappen, maar ik voelde wel direct aan dat deze manier misschien – in het geval van Ellen en Janmari – veel meer recht doet aan de veelvormige en immer veranderlijke werkelijkheid dan de humanistische, existentialistische theorie van Binswanger.
Voor mij toont Dwaallijnen vooral heel erg knap aan dat we als filosofen altijd moeten blijven proberen om in ons denken niet te star te worden, en oog moeten blijven houden voor de realiteit die continu in beweging is. Dat Ellen niet paste in het denkkader van Binswanger, is niet de fout van Ellen, maar kan te wijten zijn aan een te beperkt denkkader.
Begrenzingen
Het is bovendien prikkelend en verfrissend dat ik – die toch wel erg groot liefhebber is van het denken van Heidegger – geconfronteerd werd met de begrenzingen die aan het denken van deze grote denker vastzitten. Om dit te bewerkstelligen hoeft Symons alleen maar het denken van Deligny tegenover dat van Binswanger te zetten, maar hij doet dit wel zo krachtig en overtuigend dat de boodschap bij mij kraakhelder binnenkwam: hoewel het denken van Heidegger heel erg aansprekend is, ondervangt het ook een heleboel fenomenen omtrent mens-zijn níet.
Dwaallijnen is maar een dun boekje, maar het weet heel wat te bewerkstelligen. De casussen van Ellen en Janmari spreken tot de verbeelding en deze voorbeelden zijn perfect, omdat aan de hand van deze voorbeelden heel duidelijk de tegenstellingen in het denken van Binswanger en Deligny zichtbaar gemaakt kunnen worden. Symons is heel duidelijk en zorgvuldig in de woorden die hij kiest en daardoor is dit boek ondanks de ingewikkelde materie heel goed te volgen. Tot slot nodigt dit boek heel erg uit om je te verhouden tot de theorieën die Symons presenteert en tot verdere overpeinzingen over je eigen denken omtrent de menselijke conditie. Daarmee is Dwaallijnen een compact, maar knap filosofisch werk.