De Verboden Tuin is het eerste boek uit de Ewout-Meyster-cyclus. Nu wil het feit dat ik dus die drie andere boeken al gelezen heb. Best raar om te eindigen met het eerste deel uit de reeks, maar ik heb gaandeweg geleerd dat de a-chronologische wijze waarop ik de boeken heb gelezen eigenlijk enorm goed werkt. En hoewel het verhaal belangrijk is, vind ik Te Gussinklo echt een meester op stilistisch en verteltechnisch vlak. Ik zou niet zeggen dat het helemaal niet uitmaakt in welke volgorde je de boeken leest (ik zou het allerlaatste deel bijvoorbeeld niet als eerste lezen), maar de klasse druipt toch wel van iedere pagina af, dus het is sowieso genieten geblazen.
In De Verboden Tuin volgen we Ewout Meyster als kind. Ik gok dat-ie een jaar of negen, tien is, gezien zijn gesprekken met vriendjes en omdat hij duidelijk zijn vroege, gelukkige kinderjaren lang achter zich gelaten lijkt te hebben. Zijn vader is dood, dat is natuurlijk wel een feit dat in de hele reeks een (grote) rol speelt, maar hier wordt echt ingezoomd op die gebeurtenis die echt als kantelpunt in het leven van Ewout neergezet wordt. Ewout maakt veel ruzie thuis, hij steelt geld van zijn moeder om stoute boekjes te kopen, op school heeft hij ook problemen en bij zijn vriendjes wil hij constant het hoogste woord voeren.
Ettertje
Zoals eigenlijk in ieder deel uit de reeks is Ewout compleet onuitstaanbaar, maar tegelijkertijd ook heel erg meelijwekkend en Te Gussinklo zorgt ervoor dat je sympathie op kunt brengen voor dit irritante ettertje. Ik vind het ook verwonderlijk hoe Ewouts handelen totaal niet overeenkomt met hoe ik ooit was, maar hoe ik me op de een of andere manier toch met bepaalde manieren van doen heel erg kan vereenzelvigen. Iedereen kan wel iets herkennen in de strijd tussen jou en de wereld om je heen als je klein bent en je jezelf wil bewijzen tegenover anderen.
Wat Te Gussinklo wederom uitmuntend doet, is betekenis geven aan de kleinste veranderingen in gemoed; hoe je door één woord of door de manier waarop iets gezegd wordt, getriggerd wordt om op een bepaalde manier te reageren. Te Gussinklo focust zich volledig op die haast onzichtbare veranderingen en laat zien hoe de kleinste dingen grote reacties teweeg kunnen brengen. Hij ontleedt daarmee op nauwkeurige wijze het innerlijke leven van Ewout en dat is werkelijk waar bijzonder spannend om te lezen. En dat allemaal weer in die heerlijk vloeiende, zoekende stijl die me direct weer in zijn greep had.
Twee scenes
Er zijn twee scenes die ik ronduit briljant vond. De eerste is de fantasie van Ewout over Hanneke, een meisje van zijn school. De eeuwige innerlijke strijd van Ewout tussen zijn verderfelijke gedachten en de heersende moraal komt hier heel mooi naar voeren. Hoe hij aan de ene kant weet dat zijn gedachten verderfelijk zijn, maar aan de andere kant er ook zoveel van geniet. Om die fantasieën in geuren en kleuren te lezen voelt een beetje voyeuristisch aan, maar het is daarnaast ook ronduit grappig en mooi hoe deze manier van fantaseren, denken en reflecteren later nog terugkomt in andere boeken.
De tweede scene waar ik de aandacht op wil vestigen vond ik bijzonder ontroerend. Ergens richting het einde van het boek lezen we over Ewouts babyjaren; de jaren toen zijn vader nog leefde en toen Ewout samenviel met zijn omgeving. Er bestond geen enkele twijfel, alles was zeker en dat was goed. Na de dood van zijn vader is hij dat gevoel volledig kwijtgeraakt. Hij ervaart een constante afstand tussen hemzelf en de wereld om hem heen en kan op geen enkele manier doordringen tot die wereld. Ik vond het een prachtige manier van Te Gussinklo om groot verlies te beschrijven en het zegt zo ontzettend veel over de oudere Ewout in de latere boeken.
Ongeëvenaard
Ik kan me eerlijk gezegd niet voorstellen dat ik ooit nog een betere reeks ga lezen dan deze, en dat ik ooit nog over een interessanter personage ga lezen dan over Ewout Meyster. Alle boeken in de reeks geef ik 4,5* en De Opdracht, het tweede deel uit de reeks staat zelfs in mijn top10 aller tijden. Hoe je als lezer helemaal doordringt tot de psychologie van een personage, hoe je als lezer constant heen en weer geslingerd wordt tussen tegenstrijdige emoties en hoe briljant Te Gussinklo alles opschrijft: deze reeks is echt ongeëvenaard.
In dit boek probeert Ewout de paradijselijke wereld van zijn eerste kinderjaren te hervinden. Het boek is echter niet uitsluitend de beschrijving van de wereld van een kind, maar ook van de wijze waarop zowel kind als volwassene probeert zich de wereld toe te eigenen. Het is het verhaal van het heimwee naar de ongeschondenheid, naar samenvallen van de eigen werkelijkheid met dé werkelijkheid: een droom die in iedereen leeft, maar die bij het kind nog ongerept is.