Bloemrijke Taal
De Onbevlekte is de laatste van de Libris shortlist die ik nog moest bespreken. Het is wat mij betreft niet de minste van de nominaties, maar ook niet de beste. Alhoewel, ik had tijdens het lezen lange tijd de gedachte dat dit wel een van mijn favorieten zou kunnen worden. Door een verandering in vertelstijl haakte ik echter toch richting het einde een beetje af. Maar wat kan die Erwin Mortier schrijven, zeg.
Niet heel lang geleden las ik Godenslaap van deze schrijver. Dat vond ik eerlijk gezegd een stomvervelend boek waarbij ik me echt door de pagina’s heen heb moeten worstelen. Het was eigenlijk de reden dat ik De Onbevlekte tot het laatst heb bewaard (van de Libris nominaties). Ik zag er zelfs een beetje tegenop, maar dat was achteraf gezien helemaal nergens voor nodig.
Krachtig
Er is nog een eerder boek over het hoofdpersonage Marcel. Dat heb ik niet gelezen en ik heb tijdens het lezen van De Onbevlekte ook geen moment het idee gehad dat dat verplichte kost zou zijn om deze roman te kunnen begrijpen. We volgen meerdere generaties binnen dezelfde familie. Marcel heeft zijn naam geërfd van zijn jong overleden grootoom, maar een deel van de geschiedenis van zijn grootoom is in nevelen gehuld. Marcel gaat naar zijn oma Andrea, die het nodige verdriet in haar leven heeft meegemaakt om nu toch eens antwoorden op zijn vragen te krijgen.
Allereerst heb ik echt genoten van de schitterende schrijfstijl die Mortier het grootste gedeelte van de roman aan de dag legt. De stijl is zeer zintuiglijk en tijdens het lezen heb je echt het idee dat je samen met Andrea door de Vlaamse modder heen banjert. Bovendien weet Mortier heel krachtig en zonder vals sentiment het leed van die verschillende generaties bloot te leggen. Het is bijna onvoorstelbaar hoeveel Mortier over weet te brengen in zo’n relatief dun boek (in een paar uurtjes heb je het uit).
Stijlbreuk
Ik hing aan Mortiers lippen, maar de roman stokte voor mij op het moment dat Marcel daadwerkelijk antwoorden op zijn vragen gaat krijgen. Dit stuk is in briefvorm geschreven en het schitterende proza van weleer is vanaf dat moment ver weg. Ergens snap ik die keuze van Mortier wel. De brieven van Marcels oudoom in dezelfde verteltrant was niet erg geloofwaardig geweest. Tevens was het niet erg geloofwaardig geweest als na al Andrea’s morren ze uiteindelijk toch gewoon Marcels vragen had beantwoord.
En toch vind ik het jammer dat die brieven voor zo’n stijlbreuk zorgen. Ik was genoeg geboeid om door te willen blijven lezen, maar het was niet meer het taalfestijn van weleer en dat begon ik al snel te missen. Het is wel typisch dat ik die bloemrijke taal in Godenslaap niet goed trok, maar dat ik er in deze novelle geen genoeg van kon krijgen. Mooie roman, het zou me niet verbazen als deze de prijs wint. En erg zou ik het ook niet vinden. Marcel hoop ik binnenkort ook eens te lezen.